Ik loop al zo’n anderhalve week te wachten met veel voorweeën en het gevoel dat onze zoon vast eerder komt dan onze dochter. Op dinsdag (40+2, de termijn dat onze dochter kwam) gaan we naar de verloskundige en ik vraag haar of ze wil strippen, omdat ik het wachten zat ben en hoop dat dit het laatste zetje zal geven. Ze waarschuwt wel dat ik misschien juist een nacht vol met voorweeën kan krijgen, maar dat neem ik voor lief. Helaas krijgt ze gelijk, want ik lig de hele nacht steeds een uur of anderhalf wakker met sterke voorweeën die niet doorzetten. Woensdag breng ik onze dochter dus gewoon maar weer naar de opvang. De leidster zegt nog lachend dat we elkaar eigenlijk niet meer zouden zien, maar helaas… De rust overdag brengt me tijd om na te denken en te ontspannen, maar ik haal de kleine meid in de middag weer gewoon op.

Ik durf niet te geloven dat dit het echt is

Tijdens het avondeten merk ik dat de voorweeën iets sterker worden, maar om het nu echt weeën te noemen, nee. Ik breng onze dochter naar bed en we hebben een gezellige avond met z’n tweeën. We kijken wat tv (3 op reis) en we gaan redelijk op tijd naar bed. We weten immers niet wanneer de doorgeslapen nachten ophouden. Om half tien val ik in slaap, tussen de (voor?)weeën door. M’n man zegt dat ik toch wel echte weeën heb, maar door het vele voorwerk, durf ik hem niet te geloven. Om elf uur wordt onze dochter wakker en terwijl ik haar voed, voel ik dat het nu toch wel echte weeën zijn. Durf ik nog eens (misschien voor niets) de verloskundige te bellen? Mijn man zegt dat hij het bad wil vullen én dat ik de verloskundige moet bellen, maar ik ben bang om te vroeg in bad te gaan, met afnemende weeënactiviteit, dat het bad voor niets wordt gevuld of dat de verloskundige te vroeg komt en weer terug naar huis gaat.

Om half 1 raak ik er ook van overtuigd dat ik aan het bevallen ben. Ik voel de weeën heel sterk en ze komen regelmatig (niet tot op de seconde, waar ik eigenlijk op wacht, maar wel regelmatig genoeg). Tussen de weeën door heb ik echt rust, ik voel geen pijn en ik voel me ook rustig. Ik bel wat omslachtig naar de verloskundige, omdat ik haar niet wakker wil maken voor niets. Als ze opneemt, dan ben ik blij, want het is mijn favoriete verloskundige. Toen ik haar vertelde van mijn voorgenomen badbevalling, zei ze: “Oh, dat vind ik zo gaaf! Niet alle verloskundigen durven dat, want je moet wel op de vrouw durven te vertrouwen. Je staat toch wat aan de kant.” En dat is hoe ik het graag zie: ik ben aan het bevallen, mijn verloskundige niet. Als ik haar aan de lijn krijg, dan zegt ze meteen dat niet alle vrouwen tussen de weeën door ook bezig zijn met bevallen en dat ik best rustig kan zijn tijdens mijn bevalling. Ze komt eraan.

“Oogt in partu”

Na een klein half uurtje (01.15) stapt ze binnen. In het bevallingsverslag lees ik terug dat zij meteen kan zien dat ik aan het bevallen ben (“oogt in partu”) en een toucher bevestigt dit: ik heb al zes centimeter ontsluiting! Dat valt me enorm mee; ik merk echt een opluchting bij mezelf. Ik ben echt al flink onderweg. De verloskundige zegt dat ze niet meer naar huis gaat en, tegen mijn man: “Je mag dat bad wel gaan vullen, want dit duurt geen uren meer.” Nu duurde mijn vorige bevalling ruim 14 uur, dus ik verwacht, als het nu wat korter is, rond een uur of negen te bevallen.

Ik ga nog even naar het toilet en daarna duik ik (spreekwoordelijk dan) in het bad. Het warme water is heel fijn en in het bad ervaar ik veel bewegingsruimte. Ik merk wel dat mijn man nog veel bezig is met andere dingen en dat oogt wat onrustig. Tegelijk vind ik het heel fijn dat hij echt iets om handen heeft, zodat hij niet lijdzaam hoeft toe te zien hoe ik de weeën opvang. Ik vraag hem achter mij te komen zitten (op een stoel, we hebben vanwege ruimtegebrek een redelijk klein bad gehuurd) en dan zijn we samen rustig aan het afwachten. Hij streelt mijn hoofd en zegt dat hij zo trots op me is. Dat doet me echt goed!

Sereen en gezellig

Hoewel ik de weeën nog steeds niet als heel pijnlijk ervaar, eerder gevoelig en drukkend, vind ik het fijn om af en toe de coachende opmerkingen van verloskundige, kraamhulp en man te horen. Ze zeggen dat ik het goed doe, dat ik zo mooi de weeën opvang en dat het zo fijn rustig is. Iedereen draagt ook bij aan die rust: de verloskundige zit een beetje te typen (nadat ze netjes gevraagd heeft of ik daar geen last van had), de kraamhulp nipt van haar thee en mijn man zit rustig achter mij. De sfeer is zo sereen en bijna gezellig: precies waarop ik gehoopt had!

Na een van de laatste ‘gewone’ weeën (blijkt achteraf) leg ik mijn handen op mijn buik, zoals ik tijdens het laatste trimester zo vaak gedaan heb. Onder mijn linkerhand voel ik de billen van de baby en onder mijn rechterhand zijn voetjes. Hij rekt zich uit, zoals ook tijdens die laatste weken. Ik denk (en zeg?) dat hij nog steeds beweegt en dat het dan vast goed gaat. Hij mag zich er van mijn uit duwen, desnoods tegen mijn ribben aan. Het voelt als een mooi afscheid van de baby in mijn buik, die baby uit mijn buik mag worden.

 Hoe lang nog?

Vlak daarna (rond 03.00) gaan de weeën ineens wel pijn doen. Ik probeer ze op te vangen, maar het lukt niet echt. Ik wil graag meepersen, maar ik kan me niet voorstellen dat ik al volledige ontsluiting heb. Toch blijven mijn gedachten even hangen bij het idee van volledige ontsluiting en ik wil graag naar de wc. Ik weet nog dat je met een volle blaas de baby er niet langs krijgt. De kraamhulp helpt me uit het bad en ik probeer zo snel mogelijk bij de wc te komen. Ook op de wc krijg ik weer flinke weeën en ik krijg het even benauwd: hoe lang moet ik nog van dit soort weeën opvangen? Misschien heb ik nog helemaal niet zoveel meer ontsluiting dan daarnet! Ik vraag daarom of de verloskundige me wil toucheren. Ze kijkt me lachend aan zodra ze voelt en zegt dat ik zeker volledige ontsluiting heb, omdat ze het hoofdje al kan voelen!

In bad probeer ik mee te persen met de weeën, maar het lukt me niet zo lekker. Tussen de weeën door is het heel rustig en ik voel dan wel ontspanning, maar ik heb eigenlijk behoefte aan een beetje meer ‘actie’. Ik vraag de verloskundige of het misschien helpt om de vliezen te breken. Ze doet haar best om dat in bad te doen, maar het lukt niet. En omdat ik toch al voelde dat ik eruit wil, stap ik uit bad en ga op bed liggen (nooit gedacht dat ik dat zou gaan doen!). Mijn man vraagt nog of ik het zeker weet, want ik wilde graag in bad bevallen. Ik zeg hem dat het beter voelt om uit bad te gaan en ik voel me blij dat we tijdens deze bevalling zo’n open communicatie weten te behouden. Het lukt de verloskundige nu wel om de vliezen te breken. Achteraf blijkt dat de verloskundige op dit moment (03.20) ziet dat er meconium in het vruchtwater zit. Ik heb eerder aangegeven dat dat echt een grote angst voor mij is, omdat ik daardoor de vorige keer naar het ziekenhuis werd doorgestuurd. De verloskundige laat het mij niet weten, omdat ze er vertrouwen in heeft dat het niet lang meer duurt. Misschien heeft ze het wel gezegd, maar heb ik het niet gehoord – dat kan ook. In ieder geval ben ik blij dat ik het zelf pas achteraf opmerk.

Angsten uitspreken

Ik voel niet goed waar ik naartoe moet persen. De instructies van verloskundige en kraamhulp (neem een grote hap lucht, kin op je borst en persen) komen ook niet goed aan. Ik heb tijdens mijn zwangerschap gelezen over hypnobirthing en daar begreep ik juist uit dat je de baby min of meer als vanzelf geboren moet laten worden. Dit is weer tegenovergesteld! Ik bedenk nog dat er zoveel informatie in je hoofd zit tijdens zo’n moment als dit en ook mijn kraamverzorgster zegt dit: “ga uit je hoofd!” Het lukt me niet. Er komen angsten terug van de vorige bevalling en gelukkig vraag de verloskundige om deze uit te spreken. “Ik ben bang dat het straks niet lukt en dat je me gaan inknippen en een vacuüm gaat gebruiken” zeg ik tegen haar. Ze zegt resoluut dat ze dat niet gaat doen omdat het heel goed gaat en dat ze niet eens zo’n pomp bij zich heeft. Dat stelt me wel gerust.

Ik ga van het bed af en hurk op de vloer. Dat gaat een stuk beter dan op bed, maar deze houding houd ik niet lang vol. De verloskundige rent naar haar auto om de baarkruk te halen en daar kan ik goed op zitten. Als ik mee kan kijken met een spiegel en mijn man in grote streken van mijn middel naar mijn heupen masseert, voel ik eindelijk goed waar ik naartoe moet persen. Het enig wat ik dan irritant vind, is dat ik me nergens aan vast kan houden. Het hoofd van de verloskundige (die voor me zit) ziet er prettig uit om in te knijpen als houvast, maar zelfs in deze fase van de bevalling bedenk ik dat dat toch echt niet kan.

Warm, nat en glibberig: het voelt fantastisch

Achteraf heeft dit allemaal niet eens zo lang geduurd, want om 03.30 wordt onze zoon geboren. Ik wilde hem heel graag zelf aanpakken en dit lukt bijna. Op filmpjes die ik van tevoren bekeken had, zag ik steeds dat eerst het hoofdje geboren werd, maar onze kleine ‘floept’ er, nadat het hoofdje een paar weeën lang gestaan had, in één keer uit! Gelukkig vangt de verloskundige hem op, waarna ze hem direct in mijn handen doorgeeft. Ik knuffel hem en het voelt fantastisch: zo bewust! Hij is warm, nat en een beetje glibberig. Ik vind hem ook direct heel mooi, zo gaaf. Ik kus mijn man, voel zijn armen rondom mij en ik voel me gelukkig.

De verloskundige vraagt of ze oxytocine mag geven; het maakt me nu niets uit. Na een minuut of acht wordt de placenta geboren en met de placenta in een doek gewikkeld, kruip ik met onze kleine man op het bed. Een onverwachte (halve) lotusbevalling. De kersverse papa knipt de navelstreng door en we maken nog een malle foto met de bebloede schaar. Het is heerlijk om direct in ons eigen bed onze nieuwe aanwinst te kunnen bewonderen. Ik voel dat we stralen van geluk. Dat geluk komt niet alleen door de geboorte van onze zoon; dit was ook precies de bevalling waarop ik zo hoopte. Het ging allemaal zo vlot, thuis en zonder angst. De rust van de mensen om mij heen, maar ook van mezelf was prachtig. Nadat we een uurtje met z’n drieën zijn geweest, voert de verloskundige nog de controles uit bij de baby. En dan gaat ze weg. Wat bijzonder om meteen thuis te zijn, maar ook spannend om zo ‘alleen’ gelaten te worden door de verloskundige en kraamzorg.

Grote zus

Om half zes wordt onze dochter wakker. Wat ben ik blij dat ze overal doorheen heeft geslapen! Ze straalt als papa haar vertelt dat ze grote zus is geworden. Als ze op papa’s arm onze slaapkamer binnenkomt, dan kijkt ze vol verwondering naar de baby en daarna maakt ze een opmerking die ik natuurlijk ook erg kan waarderen: “Mama platte buik!”

Inmiddels is de baby bijna een week. Hij doet het enorm goed, was op dag vier over zijn geboortegewicht heen en hij is zo lief, mooi en schattig! Ik zag best op tegen de zorg voor twee kinderen, het leek me moeilijk om mijn aandacht te verdelen. Maar het gaat vanzelf. Het is niet zo dat onze dochter nu de helft van haar ‘oude’ aandacht aan de baby moet geven, het komt er allemaal alleen maar bij. Tegelijk voel ik ook de ‘normale’ angsten en onzekerheden van een jonge moeder. Slaapt hij niet te veel of te weinig, drinkt hij wel genoeg, doen we het wel goed? Ook hierin helpt onze oudste heel goed, want zij laat zien dat ik het in ieder geval de eerste twee jaar al best aardig gedaan heb.

Een van de mooiste momenten

Na mijn vorige bevalling zei ik “dit nooit meer” en het duurde lang voordat ik me over deze angst heen zette. Ik nam zwanger zijn en bevallen er als een soort ‘het hoort er nu eenmaal bij’ voor lief en keek vooral uit naar het moment dat de baby er was. Na deze bevalling kan ik echter zeggen dat niet alleen de komst van de baby een van de mooiste momenten uit mijn leven is, maar ook de bevalling zelf een van de meest bijzondere en mooie ervaringen is.