Omdat ik tijdens mijn eerste zwangerschap een hoge bloeddruk had, werd ik bij mijn tweede zwangerschap direct preventief doorverwezen naar het ziekenhuis. Daar zou ik gedurende mijn gehele zwangerschap regelmatig worden gecontroleerd door de gynaecoloog zodat ze direct zouden kunnen ingrijpen, mocht dat nodig zijn. Gelukkig bleef mijn bloeddruk gedurende deze zwangerschap mooi normaal.

Bijzonder avontuur

Toch werd ook deze zwangerschap een heel bijzonder avontuur. Vanaf ca. week 20 werd op de echo duidelijk dat onze mini verkeerd om lag. Ze lag met haar koppie onder mijn ribben en haar voetjes onderin mijn buik. De gynaecoloog gaf aan dat ze nog alle tijd had om te draaien, dus ik maakte mij er vooralsnog niet druk om.

Regelmatige controles

Ik had een kleine buik met weinig vruchtwater en ons kleintje groeide ook wat minder goed, daarom werden de controles vanaf week 25 opgevoerd naar elke 2 weken. En telkens weer zagen we daar een prachtig kloppend hartje, een mooi klein koppie en lieve kleine voetjes, maar nog steeds ‘verkeerd om’.

Rond week 32 kon ik haar ook van buitenaf precies voelen. Elke ochtend checkte ik even of haar hoofdje niet toch naar beneden was gedraaid, maar helaas. Het voelde hierdoor ook echt anders dan mijn eerste zwangerschap. Daar had ik nergens echt last van, maar nu zat het op een gegeven moment niet zo lekker meer met haar hoofdje precies onder mijn ribben en als ze trappelde voelde ik dat dus onder in mijn buik.

Keizersnede of vaginaal?

Ik heb rond deze tijd al met de gynaecoloog besproken hoe het zou gaan als ze in stuitligging geboren zou worden. Nu was aan mij de keuze, wilde ik via de natuurlijke weg bevallen of via een geplande keizersnede? In Nederland laten ze deze keuze bij de moeder als de voorwaarden goed zijn, in het buitenland wordt vaak standaard een keizersnede uitgevoerd bij een stuitligging.

Ik was als de dood voor een keizersnede, dus hoefde ik niet lang na te denken. Mede ook omdat mijn eerste bevalling goed was verlopen en dit een klein kindje was, had ik er alle vertrouwen in dat ze er achterstevoren ook wel goed uit zou moeten kunnen komen.

Stuitbevallingsfilmpjes en moxasticks

Ik wilde precies weten wat me te wachten stond en heb veel stuitbevallingsfilmpjes op internet bekeken, gelezen over de risico’s en het verloop van zo’n bevalling. Helaas werd mij verteld dat er vaak wel standaard een knip wordt gezet bij een stuitbevalling, dat wilde ik absoluut niet!

Toen ze in week 36 nog precies zo lag, wist ik eigenlijk wel zeker dat ze niet meer spontaan zou gaan draaien. Ik heb nog via de alternatieve weg geprobeerd haar zover te krijgen, door een week lang dagelijks met brandende moxasticks naast m’n kleine teentjes te zitten. Maar tevergeefs.

Een geplande inleiding vanwege een groeiachterstand

Omdat ons kleintje niet zo goed meer groeide en mijn placenta al een beetje op leek te zijn, zou ik met 37 weken ingeleid worden.

De dag voor mijn ziekenhuisopname, het was een zondag, heb ik wel nog een uitwendige draaipoging laten doen door een ervaren verloskundige in het ziekenhuis. Dit vond ik een heel nare ervaring, het voelde zo onnatuurlijk, er was zo weinig ruimte in mijn buik en op de echo was te zien dat onze mini er flink van in de stress raakte. Er was ook weinig beweging in te krijgen, ze floepte steeds terug in haar oude positie, met haar koppie onder mijn ribben. Na 15 minuten proberen zijn ze gestopt. Toch lukt zo’n draaipoging bij veel stuitbaby’s wel, dus ik heb geen spijt dat ik het geprobeerd heb.

Melden in het ziekenhuis

Op maandagochtend moest ik mij samen met mijn vriend om 8.00 uur melden in het ziekenhuis op de Afdeling verloskunde. Onze oudste dochter van bijna 3 logeerde bij mijn ouders. Heel de verloskunde-afdeling was in rep en roer, want het was ruim een jaar geleden dat er een stuitbevalling had plaatsgevonden in dit ziekenhuis en alle verpleegkundigen en verloskundigen in opleiding die dienst hadden wilden er graag bij zijn.

Het leuke was dat ik op precies dezelfde verloskamer kwam te liggen als bij mijn eerste bevalling. Die was supergoed verlopen, wel met behulp van weeënopwekkers omdat ook mijn oudste met 37 weken niet meer goed groeide en ze daarom eerder moest komen. Maar aan die bevalling had ik heel goede herinneringen, dat gaf me nu ook vertrouwen.

Beginnende menstruatiepijn

Ik kreeg vrijwel direct een gel ingebracht die ervoor zou zorgen dat de ontsluiting op gang kwam. Ik kreeg een band om mijn buik waaronder een weeënmeter en een hartslagmeter werden geplaatst zodat op de aangesloten monitor constant de baby in de gaten werd gehouden. Rond een uur of 10.00 voelde ik dat mijn baarmoeder een klein beetje ging samenknijpen, een beetje als beginnende menstruatiepijn.

Omdat er verder nog niet veel leek te gebeuren mocht ik van de monitor af en heb ik met mijn vriend rond 13.00 uur geluncht beneden in het restaurant van het ziekenhuis. Het was een gek idee dat er binnen niet al te lange tijd weer een klein mooi mensje bij ons zou zijn, dat we haar bijna konden zien en vasthouden.

De bevalling laat op zich wachten

Helaas zetten de weeën niet door en vorderde de ontsluiting ook niet.

De gynaecoloog vertelde dat wanneer een kindje normaal ligt, dus met het hoofd naar beneden, ze met ca. 2 centimeter ontsluiting de vliezen kunnen breken en direct met wee-opwekkers via het infuus kunnen starten, waardoor de bevalling snel op gang komt. Zo ging dat ook bij mijn eerste bevalling. Maar bij een stuitligging doen ze dat liever niet, omdat ze de hele bevalling geleidelijker willen laten verlopen. Billetjes of voetjes dalen namelijk minder makkelijk in of geven minder druk op de baarmoedermond, daarom was het beter de vliezen zo lang mogelijk heel te laten, zodat die als een soort ballonnetje druk konden geven op de baarmoedermond en de ontsluiting op die manier zou vorderen.

We spraken af dat we de volgende ochtend verder zouden gaan met inleiden. Ik werd rond 16.00 uur naar een eigen kamertje gebracht op de kraamafdeling, waar ik een nachtje kon slapen.

Ik heb er alle vertrouwen in

Van slapen kwam maar weinig terecht. Ik zat vol adrenaline en was in mijn hoofd continue bezig met hoe de bevalling zou gaan verlopen. De verpleegkundigen kwamen regelmatig even aan mijn bed om te vragen hoe het ging en ze vertelden dat er de dagen dat ik in het ziekenhuis was ook een OK-team stand by stond, voor het geval het toch een spoedkeizersnede zou worden. Er werd mij verteld dat ik 50% kans had op een gewone bevalling, wanneer er ook maar iets niet zou vorderen of de baby zou in nood komen, dan zou ik direct naar de OK gebracht worden. Maar ik had in mijn hoofd dat het mij ging lukken, zelf, zonder kunstgrepen. Ik had er alle vertrouwen in, al was ik nog zo gespannen.

De volgende dag

De volgende ochtend, het was inmiddels dinsdag, werd ik meteen weer aan de monitor gelegd en kreeg ik een ontbijtje, ik had trek en dorst, het was zo warm op die kraamafdeling, ik lag er te zweten terwijl het begin februari was. Rond 10.00 uur kwam mijn vriend bij me, hij had de nacht thuis geslapen en wel een goede nacht gemaakt. Rond die tijd kreeg ik voor de tweede keer gel ingebracht en heeft een dienstdoende verloskundige mij ‘gestript’. Ze maakte met haar vingers de vliezen een beetje los van de baarmoedermond, dit zou de ontsluiting moeten bevorderen.

Douchen met weeën

Rond 15.00 uur zetten de weeën door. Ik kon even lekker op een krukje onder de douche zitten, dat was lekker, even wegdoezelen, helemaal in mezelf, met de warme douche op m’n buik.

Toen ik weer op mijn kamertje lag – op mijn zij met mijn knieën opgetrokken vond ik ’t het fijnst – kwam een verpleegkundige langs om te vertellen wat de beste bevalhouding is bij een stuitbevalling. Omdat de gynaecoloog er goed bij moet kunnen voor eventuele noodgrepen, was er geen andere optie dan op mijn rug te liggen. De verpleegkundige oefende met mij hoe ik straks, wanneer ik mocht persen, mijn bekken zo wijd mogelijk kon maken door mijn knieën helemaal naar mij toe en opzij te trekken, op die manier zou de doorgang voor de baby het makkelijkst zijn.

Mijn vriend moest lachen om alle commotie en goed bedoelde adviezen, ik vond het alleen maar fijn en superlief en het gaf me nog meer vertrouwen in alle mensen om me heen.

Toch wee-opwekkers

Om 20.30 uur had ik zo’n 7 centimeter ontsluiting en ging ik terug naar weer diezelfde verloskamer. Mijn vriend, de gynaecoloog, een verpleegkundige en een verloskundige in opleiding waren er bij. Daar werden de weeën heftiger maar ook onregelmatiger, dus besloot de gynaecoloog rond 23.00 uur toch wee-opwekkers via het infuus bij te geven.

Dat viel me even tegen zeg! Opeens waren daar weer die superheftige weeën die ik herkende van mijn eerste ingeleide bevalling. Ze kwamen direct om de 2 minuten en waren erg fel. Toch wist ik dat het vanaf nu snel zou gaan, de laatste centimeters zijn het heftigst, maar dan ben je er ook bijna. Ik werd er helaas wel even misselijk van en moest overgeven, maar dat luchtte ook wel op eigenlijk.

Mijn soort van mantra

Omdat ik wist dat ik er bijna was, heb ik geen pijnstilling gevraagd. Dit was heel heftig, maar ik kon de weeën, liggend op mijn zij, flink zuchtend en blazend, goed doorstaan. Ik heb nooit een bevalcursus gedaan, maar had van mijn tante de tip gekregen de volgende zin als een soort van mantra in mijn hoofd te prenten: “Zakken en openen, zakken en openen.”

Los die buik, los dat bekken

Bij mijn eerste bevalling heb ik wel gekozen voor pijnstilling de laatste 3 uurtjes: een infuuspompje met remifentanil, omdat ik toen van begin tot eind aan de wee-opwekkers lag en ik dat op een gegeven moment zo heftig vond, dat ik de pijn toen nog maar moeilijk kon opvangen. Door de remifentanyl werd ik een beetje stoned en haalde het net de scherpe kantjes van de weeën af. Maar nu deed ik het dus zonder en dacht alleen maar “zakken en openen”, hahaha, dat werkte prima om me van onder te kunnen ontspannen, hup, los die buik, los dat bekken en gaan!

Persweeën wegpuffen

Op het moment dat de persweeën begonnen, rond 00.30 uur, moest ik die nog ruim een half uur wegpuffen, omdat de gynaecoloog aangaf dat het bij een stuitligging belangrijk is pas te gaan meepersen als het kindje al voor het grootste deel door het geboortekanaal heen is. Dat was even een pittige klus, zulke heftige persweeën waar je niet aan mag toegeven, maar daarna ging het supersnel.

De dienstdoende gynaecoloog had mij gerustgesteld dat zij niet zomaar een knip zou zetten als dat niet nodig zou zijn, iets waar ik ontzettend opgelucht over was. Dat gaf me meteen ook de moed om goed mee te gaan persen met de weeën zodra het mocht.

De geboorte

Ik had het hoofdeind iets rechterop en mijn vriend steunde mij in mijn rug zodat ik zelf mee kon kijken. De vliezen braken en na 2 flinke persweeën waarin ik actief mee mocht persen kwamen haar billetjes al tevoorschijn. De derde perswee liet even op zich wachten, waardoor ik er een beetje maf bij lag, met een halfgeboren dubbelgeklapt kindje tussen mijn benen.

De gynaecoloog zei dat ze bij de volgende wee geboren zou worden. Ik was nu al zo blij en opgelucht dat ik, terwijl ze er dus nog niet eens helemaal uit was, heel enthousiast riep: “Nou jongens, dit is dan Evi!” We moesten er allemaal om lachen dat ik zoiets riep in het heetst van de strijd. De verloskundige in opleiding stond klaar om mee te duwen boven mijn schaambeen, voor als het hoofdje zou blijven steken. Toen kwam de derde perswee en werd ze, om 1.10 uur ’s nachts, heel soepeltjes, zonder te hoeven duwen of trekken, geboren.

Geen knip of scheurtje

De gynaecoloog heeft eigenlijk niets hoeven doen, pas op het laatste moment heeft ze haar opgevangen en op mijn buik gelegd. Wat een bizar gezicht toen ons kleintje er dubbelgeklapt met haar billetjes eerst en haar beentjes gestrekt langs haar gezichtje uit kwam! En ik was ook helemaal heel gebleven, geen knip, geen scheurtje, niks. Fantastisch!

Ik voelde me zo sterk!

Evi werd meteen op mijn buik gelegd, ze huilde niet echt, maar ademde wel meteen goed en had een mooi roze kleurtje. Mijn vriend mocht de navelstreng doorknippen. Zo’n mooi moment! Ik was heel emotioneel, ontzettend opgelucht en boven alles supertrots dat het was gelukt! Ik voelde me zo sterk!

Na ongeveer een half uur kreeg ik een injectie in mijn been om ervoor te zorgen dat de placenta goed zou loslaten, met wat duwen op mijn buik kwam die er ook uit en was duidelijk te zien dat die helemaal op was, verkalkt en slecht doorbloed. Ik was zo dankbaar en blij met de fijne begeleiding van de gynaecoloog, ze heeft het goed ingeschat dat Evi buiten de buik uiteindelijk beter af was dan er in met 37 weken, ze woog 2500 gram.

Alsof ze op een stoeltje zat

Na een uurtje ongeveer werd Evi nagekeken door de verloskundige. We moesten zo lachen want doordat ze haast 20 weken dubbelgeklapt in mijn buik had gezeten, staken haar beentjes nu in een hoek van 90 graden gestrekt naar voren, alsof ze op een stoeltje zat, zo grappig.

Mijn vriend had inmiddels mijn moeder en zijn moeder uit bed gebeld, zodat ze, gezellig midden in de nacht, in het ziekenhuis ons kleine meisje konden komen bewonderen. In een warm dekentje gerold lag onze Evi daar in de armen van twee trotse en ontroerde oma’s. Rond 5.00 uur ’s ochtends had ik lekker gedoucht en werd ik met Evi naast me in een wiegje terug naar de kraamafdeling gebracht.

Naar huis

De volgende dag, woensdag, mochten we rond 13.00 uur lekker naar huis. Mila, onze oudste, was nu grote zus en vond het de eerste paar weken maar niks dat Evi er was. Ze heeft erg moeten wennen. Dat is na verloop van tijd helemaal goed gekomen nu zijn ze gek op elkaar.

Gelukkig kon Evi na een week of 3 haar beentjes goed buigen en als een kikkertje optrekken, haar heupjes zijn nog nagekeken of er geen dysplasie zou zijn – dat gebeurt vaak bij stuitbaby’s – maar alles was in orde.

Het voordeel van vertrouwen

Zes weken na de bevalling kwam ik op nacontrole bij de gynaecoloog die mijn bevalling heeft begeleid. Ze moest nog lachen om het feit dat ik de naam al riep terwijl ze er nog niet helemaal uit was. Ze zei dat ze er vanaf het begin ook alle vertrouwen in had gehad dat deze stuitbevalling goed zou verlopen omdat ze vond dat ik er zo zelfverzekerd en vol vertrouwen in ging. Ze zei dat wanneer je als aanstaande moeder twijfelt of angst hebt, dat een bevalling echt kan afremmen. Vol vertrouwen en zonder teveel nadenken, maar echt op gevoel en in jezelf keren heeft er bij mij voor gezorgd dat ik op een heel fijne manier ben bevallen.

Onze dochter, Evi, is inmiddels 2 jaar en ik ben nog steeds trots op ons dat we zo’n spannende klus toch maar mooi gefikst hebben samen.