Toen we besloten dat we graag samen een kindje wilden, ging het heel vlot. Ik had het geluk dat ik meteen zwanger was. De eerste maanden merkte ik duidelijk dat ik zwanger was door de misselijkheid. Vanaf de vierde maand was deze misselijkheid weg. Dit vond ik zelf een gekke periode, omdat je nog niks kon zien aan mijn buik en ik me eigenlijk weer precies zo voelde als voor mijn zwangerschap. Het enige wat me er elke dag aan herinnerde was het feit dat ik meedeed aan Moeders voor Moeders. Pas rond de 22 weken begon ik steeds duidelijker wat te zien en te voelen in mijn buik. En het besef dat er een klein mensje in mij groeide werd steeds concreter.

Zwangerschapsgym

In mijn laatste trimester besloot ik me op te geven voor zwangerschapsgym. Mijn voornaamste reden was om andere zwangeren in mijn directe omgeving te leren kennen. Ook vond ik het fijn om elke week echt heel duidelijk stil te staan bij het feit dat ik zwanger was. Het waren prettige lessen die mij goed hebben voorbereid op mijn bevalling. Tijdens deze lessen werd er ook besproken waar en hoe je wilde gaan bevallen, of je borstvoeding wilde gaan geven en wie er bij je bevalling zouden zijn. Voor mij waren dit geen vragen, want ik had al snel besloten dat ik thuis op de baarkruk wilde bevallen met mijn vriend en de verloskundige erbij. Ik had geen medische indicatie. Natuurlijk zijn er risico’s tijdens een bevalling, maar binnen tien minuten zou ik in het ziekenhuis kunnen zijn. En mijn moeder had ons toch ook alle vier gewoon thuis ter wereld gebracht zonder complicaties.

Geen twijfel over borstvoeding

Ook het geven van borstvoeding was geen vraag, maar meer een vanzelfsprekendheid voor mij. Ja natuurlijk geef ik borstvoeding, wat anders? Dat het zeker niet altijd lukt om borstvoeding te geven, had ik al vaak genoeg van mijn vader gehoord, die huisarts is en dit helaas veel tegen komt in zijn werk. Jammer, want het is naar mijn mening (en van vele anderen) zo waardevol om borstvoeding te geven. Niet alleen voor de voeding, maar ook voor het contact met je kindje. Maar als je al meteen te horen krijgt dat je tepels te klein zijn en je dus maar een tepelhoedje moet gebruiken nog voordat je daadwerkelijk borstvoeding hebt gegeven, of dat je moeder tegen je zegt ‘ach meid, jij bent toch ook groot geworden op de fles’, dan is het niet zo verwonderlijk dat het geven van borstvoeding lastiger is dan je denkt in onze maatschappij.

Geen enkel voorteken

Ik voelde me erg goed in de laatste maanden van mijn zwangerschap en ik kon nog lange tijd blijven klimmen, racefietsen en zwemmen. Met 30 weken hadden we een mooie kampeer en wandelvakantie in Frankrijk en met ruim 33 weken vlogen we voor een bruiloft nog even op en neer naar Sicilië. Daarnaast probeerde ik in de tussentijd een studie af te ronden. Kortom: ik was lekker druk en ik had geen enkel voorteken dat erop wees dat de bevalling zich eerder zou aandienen dan gedacht.

“Vandaag voor het eerst”

We liggen in bed. Ik ben 37 weken en 1 dag zwanger en mijn vriend vraagt of ik al aan de bevalling denk. Ik denk na: ‘Ja, eigenlijk vandaag voor het eerst’. Ik mag nu thuisbevallen, want dat mag in Nederland vanaf 37 weken zwangerschap. ‘Ik voel nog steeds niks dus het zal vast nog wel even duren’, zeg ik. Eigenlijk heb ik me tijdens mijn hele zwangerschap niet echt druk gemaakt om de bevalling. Er zijn al zoveel vrouwen me voor geweest. Het is laat, twaalf uur, we kletsen nog even en dan val ik al snel in slaap.

Zijn mijn vliezen gebroken?

Drie uur later, het is midden in de nacht, sta ik op om te plassen, zoals elke nacht. Ik wil weer in bed kruipen, maar voel ineens dat ik nog een keer moet plassen. Als ik op de wc zit, komt er wel heel veel plas naar buiten. Wat is dit? Zijn mijn vliezen gebroken? Nu al? Ik probeer wat op te vangen in een kan en zie dat het erg helder van kleur is. Ik ruik geen geur. Mmmm ik denk dat mijn vliezen gebroken zijn?! Maar verder voel ik niks bijzonders. Geen harde buiken, geen weeën. Dus ik kruip maar weer in bed.

Heb ik weeën?

Thomas is in een diepe slaap. Ik draai wat onrustig op mijn zij. Voel ik toch iets. Gespannen raak ik mijn buik aan. Niks, of toch een wee? Ik wacht, maar er gebeurt niks. Na een tijdje voel ik een soort samentrekking in mijn buik. Ik pak mijn telefoon erbij om eens precies op te zoeken hoe een wee nou kan voelen. Ik struin het internet af. Het zouden heel goed voorweeën kunnen zijn, maar mijn vliezen zijn heel waarschijnlijk gebroken dus dan kan de bevalling niet lang meer duren. Toch kan het heel goed pas morgen doorzetten.

Ik probeer weer te gaan slapen, maar voel al snel steeds vaker mijn buik samentrekken. Een uur later om vier uur maak ik Thomas toch maar wakker. ‘Ik denk dat mijn vliezen gebroken zijn en misschien zijn de weeën begonnen’, zeg ik. Hij kijkt slaapdronken om zich heen en vraagt of ik niet gewoon naar de wc moet. Dus ik sta op en ga nog maar een keer naar de wc.

Ik zit net of ik voel toch een heftige pijnscheut door mijn lichaam gaan. Ik roep Thomas, die inmiddels toch al het een en ander in ons kleine huisje aan het verplaatsen is. ‘Je moet timen’, zeg ik.

Regelmatige weeën

De weeën komen nu al om de 4 minuten en regelmatig. Wat doen we? De verloskundige bellen?

Thomas belt en overlegt of ze al moet komen. ‘Ik kom wel even kijken hoe het gaat’, zegt ze. Inmiddels ben ik weer in bed gaan liggen. Dan tril ik over mijn hele lichaam.

De weeën worden heftiger. Bij elke wee roep ik Thomas naast me. Zijn hand vasthouden en erin knijpen geeft me steun. Pijn doet het zeker. Ik heb moeite om mijn ademhaling goed onder controle te krijgen. Gelukkig hebben we samen bij zwangerschapsgym een avond partner puffen gevolgd. Pf-pf-pf-pf-pffff doet hij en ik doe hem na. Het helpt.

De verloskundige arriveert

Inmiddels is het half zes en de verloskundige arriveert. De weeën volgen elkaar intussen continue binnen de drie minuten op. Ze gaat op de rand van het bed zitten en vraagt hoe ik me voel. Ja mmm hoe voel ik me?

‘De weeën zijn best heftig, maar verder gaat het wel’, zeg ik. Ahhhh daar komt weer een wee en ik roep Thomas. Hij pakt mijn hand en streelt me over mijn gezicht.

“Heb je geen persdrang?”

Ik zal eens even voelen hoe ver je bent, zegt de verloskundige. Ze voelt en kijkt me verwonderd aan. ‘Heb je geen persdrang?’, vraagt ze dan. ‘Je hebt namelijk volledige ontsluiting!’

Nee of eigenlijk ja nu je het zegt, en meteen voel ik de eerste perswee opkomen zetten. Zo heftig, jeetje zeg. Ik vergeet weer goed te ademen en ik roep Thomas. Ok pf-pf-pf-pf-pf-pfffff daar gaan we weer. Concentreren op mijn ademhaling.

Baarkrukwens

De perswee neemt af en ik heb heel even een moment van pauze. Ik zeg haar ondertussen waar alles ligt voor de bevalling. De verloskundige zet alles snel klaar. Ze haalt de baarkruk nog uit de auto, want dat had ik van tevoren bedacht om op de baarkruk te bevallen. Een beetje hulp van de zwaartekracht, dat leek mij wel wat. In veel plekken op de wereld bevallen vrouwen hurkend en dat zal wel een goede reden hebben.

Dan komt de volgende wee alweer. ‘Wil je op de baarkruk bevallen’, vraagt de verloskundige. ‘Nee, ik kan niet uit bed komen’, denk ik. Ik voel dat ik op dit moment al mijn kracht nodig heb om me te concentreren op de weeën. Dus ik blijf op bed liggen en probeer me op mijn ademhaling te concentreren. Weer komt er een perswee. Ik kan de oerkreten niet onderdrukken die tijdens het persen door mijn mond naar buiten komen.

Het hoekje om

Dan zeggen zowel Thomas als de verloskundige dat ik mijn adem zoveel mogelijk moet sparen zodat ik de wee goed kan opvangen door te puffen. Ik probeer het en het helpt! Ik pers en ik pers elke keer als de wee komt. Toch lukt het me niet goed om door de pijn heen te persen. ‘Ik kan niet’, roep ik. ‘Jawel’, zegt de verloskundige. ‘Toe maar, pers, pers’, roept ze als er weer een perswee opkomt. Ik probeer door de pijn heen te persen, maar ik heb moeite mijn baby het hoekje om te persen, zoals de verloskundige dat noemt.

De baarkruk voelt veel beter dan op bed

‘Ga toch maar op de baarkruk’, zegt de verloskundige. Ja, denk ik, het lukt me zo niet. Het lukt wonderwel om uit bed te stappen en ik ga op de kruk zitten. Thomas gaat achter me zitten en na elke perswee kan ik even heerlijk tegen hem aanhangen. Wat fijn, wat goed, het is zwaar, maar dit voelt veel beter zo. Wat een geweldige steun biedt hij.

Daar komt weer een goede perswee en ik voel dat de zwaartekracht me helpt. ‘Het hoofdje staat’, hoor ik de verloskundige op de achtergrond zeggen en ik voel dit heel duidelijk. Ik voel niks anders meer dan die laatste perswee. Nu moet ik persen! Ja ik kan het! Bijna mag ik mijn kindje in mijn armen nemen.

Een klein grijs gnoompje

Ik pers, en voel het hoofdje naar buiten glijden. Daarna volgen de schoudertjes…plop….plop….en dan ineens heb ik mijn kindje in mijn armen nog grijs en glibberig van het geboorte vet (vernix). Een klein grijs gnoompje, daar had niemand ons op voorbereid. Ze geeft een harde gil en kijkt me dan met grote ogen aan.

Met z’n drieën

Het is zeven uur ‘s ochtends. Wie had dat gedacht. Om drie uur ‘s nachts werd ik wakker en vier uur later ben ik moeder. Wat een prachtig wonder, ik huil van geluk. Wat mooi, wat fijn! Daar zitten we dan op de baarkruk met z’n drieën. Thomas met zijn armen om mij heen en ik in mijn armen ons kindje.

‘Willen jullie niet weten wat het is’, vraagt de verloskundige. O ja dat weten we nog niet. ‘Het is een meisje’, zegt ze. En met ons meisje op mijn borst kruip ik het bed op. Al snel hapt ze en ik leg haar vrijwel meteen aan. Ze drinkt krachtig en de verloskundige en kraamzorg staan wat verbaasd te kijken. Drie weken te vroeg en toch zo krachtig meteen aan de borst. Ik straal. ‘Je ziet eruit alsof je zo op de fiets kan stappen’, zegt Thomas een uurtje na de geboorte. Zo voel ik me ook. Ik voel me totaal niet moe, nee ik voel me juist sterk en euforisch. We hebben een kindje samen, wat prachtig!

Lees hier het verhaal van Louise’s tweede bevalling.