Mijn eerste zwangerschap vond ik best zwaar. Ik had veel last van mijn bekken, ik was moe en ook vaak verkouden of grieperig. Daardoor zag ik een beetje op tegen nog een zwangerschap, vooral omdat ik nu ook de hele dag een peuter om me heen had. Gek genoeg vond ik mijn 2e zwangerschap heerlijk! Ik was veel gezonder gaan eten, waardoor ik niet meer ziek of moe was. Ik had besloten om juist in beweging te blijven in plaats van het rustig aan te doen. Ik heb tot 39 weken meegedaan aan de gewone yogalessen. Iedere maandagavond waggelde ik naar de yogales en kwam ik er bijna huppelend weer vandaan. Tot 40 weken voelde ik me goed en fit. Zo anders dan de eerste keer! Ik ging er dus ook vanuit dat het een meisje zou zijn, aangezien het allemaal zo anders was.

Natuurlijke remedies

Tijdens mijn 2e zwangerschap rondde ik mijn opleiding tot zwangerschapsyogadocent af. Daar leerde ik veel van, vooral over natuurlijke remedies tijdens de zwangerschap. Ik leerde mijn eigen lichaam steeds beter kennen en ontdekte dat de natuur overal een oplossing voor had en ik de huisarts niet nodig had.

Tijdens deze zwangerschap kreeg ik weer bekkenklachten rond de 20 weken, maar juist door flink in beweging te blijven en mijn grenzen op te zoeken, verdwenen mijn klachten als sneeuw voor de zon.

Ontspannen en bewegen

Ik heb vanaf het begin van de zwangerschap iedere week in bed de ontspanningsoefening van de HypnoBirthing-cd geluisterd (bij het boek HypnoBirthing the mongan method – M. Mongan). Ik was er van overtuigd dat dat de beste voorbereiding was op de bevalling, ontspannen. Of eigenlijk, ontspannen én bewegen. Mijn eerste bevalling was prachtig (ook thuis in bad), maar ik vond het ook flink tegenvallen. Achteraf wist ik dat ik niet goed was voorbereid op wat komen ging. In plaats van krachtig en vol vertrouwen te zijn, werd ik overgenomen door pijn en kwam ik een beetje in een slachtofferrol. De weeën denderden over me heen en ik verloor de controle. Automatisch neemt de verloskundige dan de controle over, waardoor ik nog meer kwetsbaarheid en onmacht voelde.

Zelf de regie houden

Dat wilde ik deze keer dus anders! Ik ging bevallen en ik wilde de regie. Als mijn verloskundige het daar niet mee eens zou zijn, was ik een andere gaan zoeken of ik had overwogen om unassisted bevallen. Gelukkig had ik een geweldige verloskundige die mij begreep en vertrouwen in mij had (en ik in haar).

Bij mijn eerste bevalling ging het eigenlijk mis op het moment dat de weeën heftig werden. Ik bleef in bed liggen, waardoor er een soort lijden ontstond. Ik wilde er niet meer uit en mijn vriend wist ook niet genoeg om mij te activeren en uit bed te sleuren. Nu weet ik dat juist bewegen zo belangrijk is bij bevallen.

Ik heb tijdens mijn zwangerschap veel gelezen, alle boeken van Ina May Gaskin, Mindful bevallen van Nancy Bardacke, Vrije geboorte van Anna Mirte Korteweg, Bevallen op eigen kracht van Wendy Schouten, Hypnobirthing van Marie Mongan en nog veel meer. Maar dit waren voor mij wel de mooiste belangrijkste boeken.

Hurkhouding

Verder waren er nog andere dingen die ik anders wilde deze 2e keer. Mijn eerste zoon was geel (en moest onder een blauwe lamp) na de geboorte en de borstvoeding kwam niet heel snel op gang. Ik heb me in hier in verdiept en heb besloten geen vitamine K te geven na de geboorte en ook geen oxytocine toediening bij mij om de placenta sneller geboren te laten worden. Over de borstvoeding hoefde ik me niet veel zorgen te maken, omdat mijn oudste zoon ook nog borstvoeding kreeg. Verder verdiepte ik me in technieken om de placenta sneller geboren te laten worden. Ik leerde dat de hurkhouding veel kan helpen (en mijn verloskundige zei: “O ja, dat deden we vroeger ook altijd”) en het stimuleren van de tepels, mocht de baby niet meteen willen drinken. Daarnaast leerde ik dat het heel belangrijk was om het warm te hebben na de bevalling, vooral warme voeten zijn belangrijk. Daar hoefde ik me niet heel druk om te maken in bad.

Uitgerust

Op dinsdag 8 oktober 2013 was ik 40 weken zwanger, zo lang zwanger was ik nog niet eerder geweest. Ik ging met Olivier, mijn 2,5 jaar oude zoon, naar de bibliotheek en ik herinner me iedere stap die ik daar zette. De wereld ging me veel te snel, op de weg begreep ik het verkeer niet meer. Ik wilde nog maar één ding, op de bank liggen onder een deken, zonder peuter om me heen en bevallen!

’s Avonds gaan we met z’n drieën vroeg naar bed, want je weet maar nooit. Uitgerust bevallen is een stuk prettiger. Om 11 uur word ik wakker van een tinteling die begint bij mijn baarmoedermond en zo naar boven over mijn buik heen loopt. Meteen weet ik dat dit het is: zo voelde een wee! Ik heb al veel voorweeën gehad, dus ik besluit eerst nog even te doen alsof er niks aan de hand is. De weeën komen om het kwartier en ik lig alleen maar te hopen dat het doorzet.

Vooral ontspannen, denk ik, dan begrijpt mijn lichaam wel dat ik alle tijd heb om te bevallen. Rond half 11 zeg ik tegen mijn vriend dat ik nu echte weeën heb (“échte nu?”, “jaha”, “echt? weet je het zeker?”, “ja ik weet het écht zeker ja!”). Een uur later vindt hij dat het tijd wordt om het bevalbad neer te zetten. Bij onze eerste zoon waren we iets te laat begonnen met vullen, dus dat was een aandachtspuntje deze keer. Ik blijf nog even naast mijn zoon liggen. Mocht hij wakker worden van het lawaai van de elektrische pomp, dan kan ik hem nog even terug in slaap voeden (maar dat blijkt niet nodig).

Ik moet uit bed!

Als ik hoor dat het bad staat, ga ik gauw naar beneden. De weeën worden heftiger en ik weet één ding zeker, ik moet uit bed! Beneden ga ik lopen… en lopen… en lopen. Bij een wee ga ik even op handen en knieën op de bank zitten en dan weer verder lopen; rondjes om het bad, heen en weer door het huis.

Mijn vriend maakt nog wat foto’s van mijn buik, het bad en van de sfeer in huis (gedimde lichten en kaarsjes). Rond kwart over 2 belt hij mijn moeder op of ze wil komen. Zij is kraamverzorgster en was ook bij de bevalling van onze eerste zoon. Het idee dat ik iemand nodig zou kunnen hebben, maar dat Olivier ook wakker kan worden is niet prettig. Gelukkig is ze er snel, want Olivier wordt ook wakker. Hij is even boos dat mama niet komt, maar valt snel weer in slaap. Mijn vriend is een half uur boven bij hem, dus gelukkig voor mij dat mijn moeder er is! Rond kwart over 3 is mijn vriend weer beneden en worden mijn weeën echt heftiger.

Van marathon naar moe

Ik loop tot die tijd nog rond, bij weeën leun ik op tafel of op de bank en soms lukt het om door een wee heen te blijven lopen. Het voelt alsof ik een marathon loop, maar ik voel me zo sterk. Maar opeens word ik MOE, ik voel me ZO MOE. Mijn benen zijn zo moe, alles is moe en ik heb er eigenlijk geen zin meer in (en toch ook wel). Wanhopig zeg ik dat ik echt even moet slapen, maar ik realiseer me ook dat dat vrij onmogelijk is op dat moment. Dus ga ik op mijn knieën voor de bank zitten. Schommelend met mijn bekken vang ik de weeën op, terwijl mijn vriend bij iedere wee in mijn handen knijpt (op acupunctuurpunten). Dat werkt ontzettend goed: aan het begin van iedere wee zeg ik ‘drukken!’. Ik vind de weeën nog steeds goed op te vangen.

Het bad in

Om 4 uur wil ik graag in bad. Ik twijfel nog een beetje, want is het niet te vroeg? Ik wil er ook niet te lang in. Maar ach, je kunt er altijd weer uit, dus waarom niet. Ik denk dat de bevalling nog heel lang zal duren, want het is nog maar net begonnen. De bevalling van Olivier begon ook om 11 uur ’s avonds en hij werd om half 10 ’s ochtends geboren.

In bad is het héérlijk. De pijn is beter te verdragen en ik kan me veel makkelijker bewegen. Ook is het fijn om bloot te zijn, omdat je dan beter voelt wat er gebeurt beneden in je lichaam.

Na een paar weeën in bad voel ik dat er iets verandert. Aan het eind van de wee zit een klein beetje een drukgevoel. Mijn moeder belt de verloskundige en die is er gelukkig snel. Het is 4:45 als ze binnenkomt.

Hands off

De verloskundige weet dat ik graag zelf wil bevallen, hands off. Geen ingrepen van buitenaf tenzij echt noodzakelijk. Ze luistert niet naar het hartje en toucheert ook niet.

Ik voel steeds meer druk aan het eind van iedere wee. En opeens voel ik ook dat de intensiteit van de weeën minder wordt. Nu pas realiseer ik me dat dit het einde is van de ontsluitingsweeën (nu al, denk ik, dat betekent dus dat ie dus bijna komt, huh?!).

5 minuten later beginnen de echte persweeën. Ze worden steeds sterker en bij de eerste echte perswee voel ik dat de baby al zó diep zit. Die floept er zo uit, denk ik. Bij Olivier perste ik 70 minuten en dat ging eigenlijk heel relaxt. Ik vond het persen toen helemaal geen vervelend gevoel, ik voelde hem langzaam zakken en alleen het laatste stukje was even vervelend.

Heel hard puffen

Nu is het zo anders, ooooo wat zijn die persweeën heftig! En wat voelt het heftig dat mijn bekkenbodem meteen helemaal opgerekt lijkt te worden.

Ik wil écht écht niet uitscheuren dus ik heb heel erg in mijn hoofd (en gelukkig ook in mijn lijf) dat ik het persen een beetje af moet remmen. Dat lukt goed door wat meer geluid te maken en heel hard te puffen tijdens een gedeelte van de wee (en dan het laatste stukje toch een beetje meeduwen).

Ik houd mijn hand tussen mijn benen om te voelen wat er gebeurt, ik voel meteen de vliezen, die nog intact zijn.

Ik lig horizontaal in bad op mijn rug. Ik leun op de rand en op mijn voeten, in de armen van mijn vriend die buiten aan de rand van het bad zit, om de geboorte zoveel mogelijk te remmen. Dat voelt goed. Van te voren had ik besloten dat ik hurkend wilde bevallen, maar nu luister ik gelukkig goed naar mijn lichaam dat wat heel anders vertelt. De verloskundige zegt op een gegeven moment dat de baby echt wel geboren mag worden, maar ik denk “neeee nog niet, niet te snel, het moet niet te snel”. Ik houd steeds mijn handen tussen mijn benen om goed te voelen wat er gebeurt. Ik voel het hoofdje en dan ben ik er klaar voor: hij mag eruit.

Ongelooflijk, onbeschrijfelijk bijzonder weer om zo’n hoofdje uit je te voelen komen. En toen was het even zo mooi, geen perswee, alleen een hoofdje tussen mijn handen. Die natte haartjes, een klein beetje glibberig, zo’n klein hard bolletje, ik vergeet het nóóit meer.

1 minuut voor 5

Het duurt ongeveer anderhalve minuut voordat de volgende perswee komt. De verloskundige is geduldig, zegt niets en ik hoef niets. Ik voel nog of de navelstreng om zijn nek zit, maar ik voel niks. “Ik voel het niet hoor,” zeg ik. Ik ben toch een beetje bang dat ik het niet goed kan voelen, maar uiteindelijk denk ik, ik voel gewoon geen navelstreng, hij zit niet om zijn nek. Volgens mij voelt de verloskundige dan ook nog even op mijn verzoek.

En dan wordt hij geboren, om 1 minuut voor 5.

Ik kijk even naar zijn gezichtje in het water, maar het lijkt mij dat hij echt boven water wil. Dus haal ik hem meteen naar boven. Ik kijk naar zijn gezichtje en denk, dit is geen meisje! Gelijk kijk ik of het klopt. En jaaaaa, een zoon!

Alle tijd

Hij moet even vreselijk hard huilen, maar vindt gelukkig al snel de borst. We zitten ruim een uur in bad (wat voor mij voelt als 10 minuten). Ik zit in hurkzit om de geboorte van de placenta te bevorderen. Bij mijn oudste zoon duurde dat ruim 70 minuten en ik wist dat dat volgens de protocollen te lang is. Gelukkig had ik een ervaren verloskundige die vertrouwen had in mijn lichaam en ook nu geeft ze mij weer alle tijd (zonder druk) om de placenta geboren te laten worden. Dat duurt weer 70 minuten (en ik moet net als de eerste keer echt flink mee duwen om hem geboren te laten worden).

De placenta leggen we in een afwasteiltje. Omdat we graag een lotusgeboorte willen, hebben we de navelstreng niet doorgeknipt.

Om half 7 wordt grote broer Olivier wakker, ik zit in bad met zijn broertje en hij vindt het prachtig. Het was precies zoals ik hem had verteld: de baby was in bad uit het babygaatje gesprongen! We gaan uit bad, lekker op de bank zitten.

Gewoon baby

We willen nog even wachten met de naam, om te kijken of hij goed bij hem past, dus hij heet gewoon nog even ‘baby’.

Pas om 8 uur zijn we klaar met zitten op de bank, de wereld is zo tijdloos na een geboorte… Zo bijzonder. Ik doe ondertussen mijn kleren aan (ooo wat heerlijk zo zonder buik!). En ik voel me goed!

De navelstreng zit nog aan zijn buik en de placenta ligt naast hem in het teiltje. Zo’n prachtig mooi jongetje… ik kleed hem zelf aan. ‘De baby’ heet Gijs!

Alle vertrouwen

De bevalling duurde uiteindelijk 6 uur, maar voor mijn gevoel leek het net een uur of 2. Als ik terugdenk aan mijn bevalling voel ik zoveel liefde, ik krijg er altijd tranen van in mijn ogen. Ook als ik de foto’s kijk, die mijn moeder en de verloskundige maakten. Zo mooi. Als ik terugkijk op mijn eerste bevalling speelden de verloskundige en mijn moeder, de kraamverzorgster, ook een grote rol. Zij begeleidden mij en kleedden de baby aan, zij wisten wat goed was. Bij mijn 2e bevalling kan ik me hen bijna niet herinneren, alles draaide om mij en Gijs. Mijn vriend was aanwezig ter ondersteuning, maar behalve in mijn handen knijpen en kijken heeft hij niet veel gedaan en dan vond ik heel fijn, hij wist ook dat ik het zelf ging doen en had daar alle vertrouwen in.

Achteraf vind ik bevallen goed te vergelijken met het lopen van een marathon (of een andere topsportprestatie), het vergt het uiterste van je, je kunt en moet veel dieper gaan dan je van te voren dacht. Je komt jezelf tegen, er komen veel emoties voorbij. Fases van wanhoop, maar als je aan de finish komt en je hebt dat prachtig mooie mensje in je armen, dan voel je een enorme kracht en dat gevoel raak je nooit meer kwijt. Het heeft mijn leven absoluut veranderd en ook de band met mijn eigen lichaam. Ik had nog nooit zoveel van mijn eigen lichaam gehouden als na mijn 2e bevalling.

Lotusgeboorte

Bij een lotusgeboorte blijft de baby verbonden met de placenta, tot de navelstreng loslaat bij de navel. Er is een prachtig boek over geschreven ‘Lotusbirth – Shivam Rashana’.

Wat mij betreft gaat het bij een lotusgeboorte niet om eventueel ‘nut’ en ook niet om de vraag of het natuurlijk is. Het is mijns inziens meer een ritueel die de overgang tussen twee wereld verzacht en een hele bijzondere sereniteit met zich mee brengt. Misschien wel een beetje een tegenbeweging tegen onze snelle en gejaagde manier van leven. Misschien dat juist de nutteloosheid het wel zo mooi maakt. Niets doen, tegenover iets doen.